

Stefan Hertmans (1951) is essayist, romancier, criticus, verhalen- en toneelschrijver en bovenal dichter. Het oeuvre van Stefan Hertmans getuigt van een omvangrijke cultuurhistorische belangstelling en kennis: literatuur, klassieke mythologie, filosofie, beeldende kunst, film, dans en diverse muziekgenres. Voor harmonie en onbekommerdheid is in het universum van Stefan Hertmans' poëzie geen plaats. Het wordt beheerst door wat hij zelf ooit in een nawoord bij Maurice Gilliams 'vitale melancholie' noemde: een grote aandacht voor de zintuiglijke wereld met al haar details, als tegengewicht voor de abstractie. In 1994 verscheen zijn bundel verzamelde gedichten Muziek voor de overtocht, waarvoor hij in 1995 de driejaarlijkse Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Poëzie (de vroegere Staatsprijs) ontving. De roman Als op de eerste dag werd in 2002 bekroond met de F. Bordewijkprijs. In 2004 stapte Hertmans over naar uitgeverij De Bezige Bij, waar hij in 2005 de dichtbundel Kaneelvingers publiceerde en in 2008 de roman Het verborgen weefsel. In 2010 verscheen de dichtbundel De val van vrije dagen. In 2011 bracht hij de essaybundel De mobilisatie van Arcadia uit. Zijn roman Oorlog en terpentijn verscheen in 2013 en werd bekroond met de AKO Literatuurprijs 2014, de Gouden Boekenuil 2014 (Prijs van de Lezersjury), de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Letteren (Proza) 2014 en genomineerd voor de Libris Literatuurprijs. Ook in het buitenland kon dit boek op veel succes rekenen. In 2016 kwam zijn boek De bekeerlinge uit, dat in 2018 werd genomineerd voor de Prix Femina Etranger. In 2020 verscheen De Opgang. Recent kwam Verschuivingen, een essay over de eigen tijd, uit.