Sytse Jansma leest zijn gedicht ‘De foyer’
Voor de uitreiking van de Herman de Coninckprijs vragen we een kunstenaar om grafische video’s te maken van gedichten uit elke voor de prijs genomineerde bundel. Een van de in 2025 genomineerde bundels was Rozige maanvissen van Sytse Jansma. Kijk en luister naar ‘De foyer’, verbeeld door Wies Hermans en ingesproken door de dichter zelf.
De jury van de Herman de Coninckprijs 2025 over Rozige maanvissen
Met Rozige maanvissen schreef Sytse Jansma een ontroerende en overtuigende, diep doorleefde bezinning over verlies, verdriet en rouw. Leven en dood worden in deze bundel dicht bij elkaar geschreven. De romantisch aandoende titel kan maar een ogenblik lang het vertrekpunt van de bundel verhullen: het harde en meedogenloze feit dat de dood van de geliefde tot de mogelijkheden van het leven behoort. Jansma’s bundel volgt de emotionele beweging van het rouwproces: van de aanvankelijke ontzetting omdat een lege plek niet meer in te vullen is, en de lichamelijke herinnering aan een intens beleefde erotiek – geen evidentie in een bundel over de dood – tot het besef van een poëtisch hiernamaals waar de dode geliefde zich in woorden schuilhoudt. De bundel brengt niet alleen een verslag van dat proces uit, maar voltrekt het mee.
Poëzie is bij Jansma een volgehouden poging om de juiste afstand tot de dode geliefde te vinden, een afstand die de dode dichtbij houdt maar ook ruimte maakt om verder te leven. Hij doet dat met vormvastheid en compositorisch bewustzijn. Het thema is zeer persoonlijk, maar de dichter weet de valkuilen van voyeurisme en al te individuele anekdotiek te omzeilen, al moet je als lezer de bundel soms even opzij leggen vanwege zijn emotionele impact. De lezer wordt op bepaalde momenten in een soort vacuüm gezogen door de pijnlijke concreetheid, gedetailleerdheid en zintuiglijkheid van de verzen, maar krijgt in meer symbolische geladen gedichten opnieuw ademruimte. Aangrijpende poëzie ontstaan uit een rauwe, authentieke ervaring en geschreven met grote taalbeheersing.
