Herman de Coninck en Rutger Kopland
Dubbelinterview, lezing uit eigen werk
Dubbelinterview, lezing uit eigen werk
In het Nederlandse taalgebied waren in 1984 weinig dichters zo bekend als de Vlaming Herman de Coninck en de Nederlander Rutger Kopland. Beiden werden tot het toendertijd florerende neo-realisme gerekend en hadden blijk gegeven van affiniteit voor elkanders werk. In zijn ‘De Troost van het Pessismisme’ besteedde De Coninck tientallen bladzijden aan het werk van Kopland. De avond (die door het Gentse studentenblad Schamper aangekondigd werd als “poëzie in stereo”) werd zo geconcipieerd dat de dichters hun keuze uit het werk van de ander voordroegen en bespraken.
Tussendoor had Eric De Volder enkele van zijn smartlappen uit ‘Vader zingt aan tafel’, de neerslag van een tour de chant, met aan de piano Katrijn Friant, moeten brengen maar door een dubbele boeking daagden zij niet op.