Seizoensvoorstellingen Vlaamse Opera
Naar aanleiding van zijn strijd met librettist Johann Gottlieb Stephanie jr. over Die Entführung aus dem Serail riep Wolfgang Amadeus Mozart de poëzie uit tot de volgzame dochter van de muziek. Zijn concurrent Antonio Salieri was het op dit punt roerend met hem eens: in 1785 componeerde hij een korte opera met de sprekende titel Prima la musica e poi la parole. In het seizoen 2010-2011 wierpen De Vlaamse Opera en Behoud de Begeerte deze verstikkende hiërarchie omver en bliezen ze het samenspel van de zusterkunsten zuurstof in. Literatuur en muziek vormden daarbij geen verre echo’s maar klonken samen, luidden gelijk: schrijvers en muzikanten puntten hun pennen en smeerden hun stemmen voor een polyfone dialoog over het centrale thema van het actuele operaseizoen.
Seizoensvoorstellingen
Op de grote scène van de Opera in Antwerpen en Gent organiseerden de Vlaamse Opera en Behoud de Begeerte op 4 mei en 8 mei 2010 de voorstelling van het seizoen 2010-2011 over ‘Mijn Oriënt’. Hafid Bouazza en Stefan Hertmans traden met Rossini (Semiramide), Massenet (Hérodiade), Strauss (Die Frau ohne Schatten), Saariaho (L’Amour de loin) en met elkaar in dialoog over de Westerse kijk op het Oosten en thema’s als de fascinatie voor het Grote Onbekende, meervoudige identiteit en xenofobie. Rafik El Maai en Ensemble Nagham Alhadarat brachten een Oriëntaalse interpretatie van Monteverdi’s Ritorno d’Ulisse in patria en Verdi’s Aida en voerden met sopraan Laura Nicorescu een minzame strijd over Mozarts Entführung aus dem Serail. Het geheel werd in goede banen geleid door Betty Mellaerts.
Medeklinkers
De seizoensvoorstellingen geven meteen het startschot voor de reeks Medeklinkers, die de Vlaamse Opera en Behoud de Begeerte in 2010-2011 op het programma zetten. Tijdens deze muzikaal-literaire avonden rond L’Amour de loin (Gent, 9 oktober 2010), Die Entführung aus dem Serail (Antwerpen, 4 november 2010), Hérodiade (Antwerpen, 4 maart 2011) en Il ritorno d’Ulisse in patria (Gent, 14 mei 2011) benaderden auteurs met allochtone roots of een bijzondere affiniteit met het Oosten de geprogrammeerde opera’s vanuit een onverwachte invalshoek en confronteerden ze het publiek met hun angst en adoratie.