Koningsblauw

"Nieuwe generatie dichters op het podium", kopte De Morgen over de ondertussen al vijfde editie van Koningsblauw. Wat begon als een hommage van vrienden en collega-dichters aan Herman de Coninck groeide doorheen de jaren uit tot een eerbetoon aan de Nederlandstalige poëzie in het algemeen. Enkel Leonard Nolens, die er al vanaf het prille begin bij was, had De Coninck nog persoonlijk gekend.
De jonge Eva Cox mocht die avond de spits afbijten. Als performer had ze al een stevige reputatie op zak, maar nu stelde ze ook voor het eerst haar debuut ‘Pritt.stift.lippe’ voor aan het publiek. De dichters Tsjitske Jansen, Ramsey Nasr, Moustafa Stitou, Menno Wigman en Leonard Nolens volgden. Dit alles werd gewoontegetrouw gepresenteerd door Piet Piryns die volgens De Morgen "tussen de zes poëziestukken door telkens zorgde voor een zucht wind, een lichte bries die je in de armen van de volgende dichter dreef." Koningsblauw onderging dit jaar een verjongingskuur maar experimenteerde ook met verschillende mogelijkheden om poëzie te presenteren en voor te dragen. De Standaard noemde het "de sterkste aflevering van Koningsblauw ooit, al ligt dat niet alleen aan de formule. De zes bewezen dat poëzie niet alleen weer hip is, maar vooral erg goed."

(Zie ook: Matthijs de Ridder, Behoud de Begeerte. Een literaire geschiedenis 1984-2014, De Bezige Bij, 2014, p. 280-289.)