Saint Amour
Voor haar vijfjarige jubileum organiseerde Behoud de Begeerte in 1989 twee nachten; een van de Liefde en een van de Begeerte. Uit het succes van deze nachten ontsproot een liefdeskind dat de al te toepasselijke naam Saint Amour meekreeg en waarin de dichters en performers werden opgenomen in het DNA van de pasgeborene.
Een literair evenement dus, net groot genoeg om de jaren ‘90 mee te beginnen. Op het programma stond niets dan liefdespoëzie. Hugo Claus, Charles Ducal, Joost Zwagerman, Herman de Coninck en hun vakbroeders huldigden, sneerden, walgden, smeekten, zalfden en beminden de hele avond met de mooiste vruchten van hun dichterlijke kunnen.
Kamagurka bracht de West-Vlaamse liefdesdichter Kamiel Kafka mee en als uitsmijter was er elke avond een optreden van de Frau für die Liebe, Patty Trossèl met haar groep La Pat. Na een schitterende première in Amsterdam, werd Saint Amour viermaal in België vertoond. Het programma was niet steeds identiek: zo kon Marijke Boon enkel door het Belgische publiek gesmaakt worden en was Joost Zwagerman niet van de partij in Leuven. De Morgen merkte op dat voor grootmeester Hugo Claus telkens ‘een apart soort stilte’ viel. In Brugge verlieten zelfs al zijn Nederlandse collega’s de artiestenfoyer om vanuit de coulissen geen woord te missen. Het Nieuwsblad schreef dat ‘de première van Saint Amour, een literair programma rond liefde en begeerte, in de stadsschouwburg van Amsterdam, nog best kon worden vergeleken met een bedwelmende cocktail vol prikkelende elementen. De roes van de liefde in al haar ingrediënten was het hoofdbestanddeel.’