Saint Amour
“Saint Amour, het woordfestival over liefde en lust, gooit het dit jaar over een andere boeg. Met verfrissende resultaat”, kopte De Standaard. De Morgen schreef: “De Saint Amourliefde is deze keer opvallend vrolijk.” Inderdaad kreeg Saint Amour in 2006 een fleurig kleedje aangemeten. Het programma was zo goed als volledig Vlaams, en in elk geval volledig Nederlandstalig. Tom Naegels, kersvers winnaar van de Literatuurprijs Gerard Walschap, schreef met ‘Los’ niet alleen een maatschappelijk geëngageerde roman, maar ook een ontroerend liefdesverhaal. Debutant Vincent Overeem wist met ‘Novembermeisjes’ te overtuigen. Hugo Matthysen, vader van Het Leugenpaleis en Het Peulengaleis, is in Vlaanderen zowat de enige die zich voltijds op het aartsmoeilijke genre van de humoristische column toelegt – en hoe. Dichteres, prozaschrijfster en begenadigd performer Joke van Leeuwen rijgt al jaren de prijzen voor haar boeken aan elkaar. Annelies Verbeke heeft inmiddels, na het eclatant succes van haar debuut “de gevaarlijke klip van het tweede boek met verve gerond”. De in New York werkende Vlaming Paul Verhaeghen schreef met het vuistdikke ‘Omega Minor’ een indrukwekkend meesterwerk. Erik Vlaminck voltooide in 2005 zijn zesdelige romancyclus/familiekroniek, waarmee hij een plaats verwierf tussen de schrijvers die er toe doen.
Hare Veelzijdigheid Tine Embrechts betrad entr’actegewijs meerdere keren het podium, nu eens met Adriaan Van den Hoof (dialogen van Harold Pinter), dan weer met Hugo Matthysen (‘jazzkes’) en ook met Bert Embrechts (eigen nummers en Purcell). Koen Augustijnen van Les Ballets C. de la B. danste met Ted Stoffer een fragment uit zijn internationaal bejubelde productie Bâche – “een van de ontroerendste momenten van de voorstelling” (De Morgen). Verder hield Saint Amour de goede gewoonte van een paar welgekozen filmfragmenten (uit ‘Tenderness’ van Todd Solondz) in ere. Schrijvers, dansers, acteurs en muzikanten werden gracieus ingeleid door Annelies Van Herck. Jef Lambrecht kon er niet bij zijn, hij zat in verre oorlogsgebieden.
“Nooit zo gelachen op Saint Amour,” schreef De Standaard, “een moedige en opwindende editie”.
(Zie ook: Matthijs de Ridder, Behoud de Begeerte. Een literaire geschiedenis 1984-2014, De Bezige Bij, 2014, p. 321-331.)