40 jaar
Hoe gaan wij om met pijn? Kunnen we ons lijden, dat onvermijdelijk is, zin geven? Het is een vraag waar filosofen graag mee aan de slag gaan – in onze menselijke kwetsbaarheid ervaren we onze eindigheid – maar die ook in een religieuze context actueel blijft. Om over de kunsten nog te zwijgen: het lijden als eeuwenoud motief in de literatuur, het theater, de schilderkunst en de muziek.
Voor het licht anarchistische kunstenproject Closer/dichterbij werden wij in 2015 gevraagd om mee te denken over de literaire invulling van het festival. Al gauw werd gekozen voor één grote, krachtige literaire avond, in plaats van een aantal kleinschalige ontmoetingen tijdens het festival. Ver moest er niet gezocht worden: van Connie Palmen was geweten dat ze op haar zestigste was én dat een nieuwe roman van haar zou verschijnen.
De tragikomische roman die Tom Lanoye schreef over zijn moeder — ‘een slagersvrouw en amateuractrice eerste klas’— won de harten van pers en publiek. Sprakeloos werd een bestseller, haalde de shortlist van alle grote prijzen en werd bekroond met de Gouden Uil Prijs van de Lezer en de Henriëtte Roland Holstprijs.
Binnen de reeks Helse Tijden kreeg Saint Amour voor één keer een andere naam: Chagrin d’Amour. In een even hilarisch als schrijnend programma luchtten schrijvers, muzikanten en acteurs hun hart over het gedoe, de ingewikkelde toestanden, het bodemloze verdriet, de onvervulde verlangens, de knagende pijn, de striemende haat, het subtiele getreiter, de paranoia, de jaloezie, het verraad, kortom: alles wat mensen elkaar in naam der liefde aandoen.
Behoud de Begeerte presenteerde van 22 tot 25 mei de achtste editie van Koningsblauw, een programma als hommage aan de Nederlandstalige poëzie in het algemeen en Herman de Coninck (1944-1997) in het bijzonder. Dit keer was er ook speciale aandacht voor Remco Campert, die op 29 juli 2009 zijn tachtigste verjaardag vierde.
Kees van Kooten was inmiddels al aan zijn derde Geletterde Mensen-tournee toe. Na Gerrit Komrij en Josse De Pauw was Guy Mortier zijn compagnon. Een tournee met twee boezemvrienden, twee baanbrekers en vernieuwers, de ene met zijn televisiewerk, de andere met zijn weekblad, twee humoristen van de bovenste plank, twee monumenten.
Na het succes van de eerste editie van Saint Amour, mocht het niemand verbazen dat er een jaar later een tweede tournee werd ondernomen. De kinderziektes werden verholpen door een inkorting van het programma en een zorgvuldigere keuze van de entr’actes, opdat de aandacht van het publiek meer dan ooit naar de dichters en hun werk zou gaan.